Soms niet veel. Japanse onderzoekers zijn zo ver dat de kakkerlakken uitrusten met een microcamera en de diertjes besturen via in hun hersenen geplaatste elektroden. Daarmee kunnen de kakkerlakken gebruikt worden om binnen te dringen in het na een aardbeving achtergebleven puin. Deze kakkerlakspeurders kunnen mensenlevens redden en zijn dus zeer waardevol. ze kunnen speurhonden vervangen en heel nuttige taken vervullen bij rampenbestrijding.

Bronnen:
Prof. dr. Marcel Dicke, Laboratorium voor Entomologie, Wageningen Universiteit.
http://www.insect-wur.nl

Als vijanden nabij komen kan een struisvogel opmerkelijk gedrag vertonen, namelijk met de nek languit op de grond liggen om zo minder op te vallen (als de omgeving dit toe laat), maar het is niet zo dat struisvogels hun kop in het zand steken.

Het mag dan ook wel de grootste en zwaarste vogel zijn, het is ook 1 van de dommere vogels. Zijn oog is groter dan zijn hersens.

Er is vroeger wel geexperimenteerd om de dieren als lastdier of voor struisvogelraces in te zetten, aangezien ze een snelheid van 65 km per uur kunnen halen, maar hiervoor bleken ze niet geschikt. Struisvogels zijn namelijk snel moe en gemakkelijk afgeleid.

struisvogel

De stier komt dus niet op de kleur van het doek af.

Toch gaat een stier achter het rode doek aan. Dit doet hij omdat hij af komt op alle bewegingen om hem heen. Zo wil de stier zich verdedigen tegen zijn aanvallers.
De stier denkt dat de doek hem aan wil vallen en gaat er op af. Voor stierenvechters is het daarom belangrijk om zich achter de doek te blijven verstoppen. Het dier denkt dan dat de doek hem steekt, omdat hij de stierenvechter niet ziet.

Meestal zit de stierenvechter op een paard. Door een paard te gebruiken denkt de stier dat hij zijn vijand aan kan raken. Hij zal zich blijven verdedigen tot het einde. Dit is zijn instinct; in zijn doodsstrijd vecht hij tot hij erbij neervalt.

Bronnen:
http://www.willemwever.nl/antwoord?vraag=wblfiBsHrGmKvKkHokeC

In tegenstelling tot honden, katten en de mens kunnen paarden niet braken. Wanneer door overmatige voedselopname de maag sterk uitgezet raakt, veroorzaakt dit uiteraard een probleem.

In natuurlijke omstandigheden zal een paard gedurende tien uur en meer per dag voedsel opnemen. Het dier heeft echter een relatief kleine maag met ene inhoud van 8 tot 12 liter, waardoor het vrijwel steeds een min of meer gevulde maag zal hebben. Toch moet het paard, zelfs met een gevulde maag, in staat zijn om te vluchten als er belagers opduiken. Op die curciale momenten zou het erg vervelend zijn mocht de maaginhoud terugvloeien zoals bij ons gebeurt als we gaan sporten na een copieuze maaltijd.

paarden
Om dit te voorkomen, werd bij het paard in de loop van de evolutie een zeer sterke sluitspier van de maag ontwikkeld. Dit systeem werkt wonderwel onder natuurlijke omstandigheden, maar wanneer onze gedomesticeerde paarden per ongeluk te veel of slecht voedsel krijgen, komen de nadelen van dit beschermend mechanisme naar voren. De moraal van dit verhaal is dat we ook bij onze gedomesticeerde paarden het natuurlijke voedingspatroon zo veel mogelijk moeten respecteren.

Naast paarden kunnen konijnen ook niet overgeven.

Bronnen:
Prof. dr. Piet Deprez, Vakgroep interne geneeskunde en klinische biologie van de grote huisdieren, Universiteit Gent.

Mieren paren op een zonnige dag. De gevleugelde mannetjes en vrouwtjes komen tegelijk het nest uit. Ze paren niet direct. Nee, ze vliegen hoog de lucht in. De supermen die de vrouwtjes kunnen volgen, mogen hoog in de lucht met hen paren. Mieren houden daarbij niet van pottenkijkers. Iemand die mierenneukers bekijken kan, is dus een zeer goed onderzoeker.

Onderzoek naar seks bij insecten kan leiden tot belangrijke bijdragen aan bestrijding van deze dieren, zoals dit bij bepaalde motten gebeurt. Hun sekslokstoffen worden gebruikt om succesvolle seks en dus de productie van eieren en rupsen te voorkomen.

mieren

Bronnen: Prof. dr. Marcel Dicke, Laboratorium voor Entomologie Wageningen Universiteit

www.insect-wur.nl

Als een mier zijn nest heeft verlaten weet hij prima hoe ver hij moet lopen om weer thuis te komen. Hoe het insect dit weet te doen was voor wetenschappers een raadsel. In Science beschrijven drie onderzoekers een weinig zachtzinnig onderzoek waarmee ze achterhaalden dat de mier gebruik maakt van een stappenteller.

Wat verf, een schaar, een rol plakband, secondelijm en een paar aluminium buizen. Het klinkt misschien of hier een creatieve hobbyist aan de slag is. Maar, zo valt te lezen in Science van deze week, ook wetenschappers gaan hier graag mee in de weer. Duitse en Zwitserse onderzoekers gebruikten de knutselspullen voor een experiment met mieren.

De onderzoekers van de universiteiten van Ulm en Zurich waren benieuwd hoe mieren telkens weer bij hun nest terugkomen nadat ze bijvoorbeeld naar eten hebben gezocht. Eerder was al uitgevogeld dat de insecten de zon als kompas gebruiken. Maar hoe het dier weet hoe v�r hij moet lopen bleef onbekend.

Sommige wetenschappers dachten dat mieren weten hoe ver ze terug moeten lopen, door bij te houden hoeveel energie ze gebruiken op de heenweg. Maar ook als de beesten zwaar beladen terugkeren, en dus meer energie nodig hebben voor hun tocht, komen ze thuis. Anderen beweren dat de mier simpelweg afstanden schat door naar zijn omgeving te kijken. Maar uit eerder onderzoek bleek dat de insecten ook in het volstrekte donker of met afgeschermde ogen hun huis bereiken.

Een andere theorie is dat de insecten onthouden hoeveel stappen ze zetten. De mieren zouden dus een soort interne stappenteller, oftewel pedometer, hebben. Deze theorie bestaat al sinds 1904, maar werd nooit getest. De Duitsers en Zwitsers bedachten een wrede proef om de theorie alsnog te toetsen. Ze takelden de mieren flink toe door hun pootlengte aan te passen.

De onderzoekers maakten bij een deel van de mieren de poten langer. Met superlijm plakten ze stukjes varkenshaar aan de ledenmaten van het dier vast, waardoor ze als het ware stelten kregen. Andere mieren moesten het juist met kortere poten doen. De wetenschappers zetten bij deze beesten de schaar erin. De insecten uit een derde groep bleef al dit leed bespaard, zij mochten hun eigen poten houden.

Hierna zetten de onderzoekers de mieren in een testomgeving, waarbij ze een parcours moesten doorlopen. De mieren waren eerder al getraind om dit traject te volgen, vanuit hun nest, door een aluminium buis naar een voederplaats en weer terug. Ze wisten daardoor precies hoe ver ze moesten lopen. Maar nu hielden de Duitse en Zwitserse biologen de mieren voor de gek. Ze vervingen de originele buis namelijk door een veel langere, die in het geheel niet bij het mierennest uitkwam.

De insecten begonnen nu op die plek in de buis waar ze hun nest verwachtten vertwijfeld te zoeken. Ze zigzagden heen en weer, maar vonden natuurlijk niets. Opvallend genoeg zochten de mieren op stelten heel ergens anders dan de insecten met geamputeerde ledematen. De eerste groep legde de grootste afstand af voor ze hun nest begonnen te missen. De mieren op stompjes liepen het minst ver.

Bij een tweede proef gaven de biologen opnieuw een training aan de mieren, zodat ze konden oefenen met hun nieuwe pootlengtes. En dat was kennelijk net wat de insecten nodig hadden. Toen de mieren na hun nieuwe training werden getest, liepen ze namelijk allemaal ongeveer even ver, of hun poten nou verlengd of afgeknipt waren.

Volgens de onderzoekers bewijst dit dat de mieren echt een stappenteller in hun lichaam hebben. De dieren hebben bij de eerste proef waarschijnlijk ongeveer evenveel stappen gezet. De steltlopers kwamen per pas alleen een stuk verder dan hun soortgenoten op stompjes. Bij de tweede proef legden de dieren allemaal dezelfde afstand af, waarschijnlijk doordat ze opnieuw hadden geleerd hoeveel stappen ze moesten zetten. We moeten volgens de onderzoekers trouwens het stappentellen niet al te letterlijk nemen; de mieren kunnen waarschijnlijk niet echt tellen. Hoe de dieren dan wel hun stappentotaal bijhouden, blijft vooralsnog gissen.

http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/28987459/

Onderzoekers hebben per ongeluk aangetoond dat mieren maar 1 keer adem halen per 2 minuten. Zij waren aan het testen met een nieuwe laser toen ze dit ontdekten.

Een onderzoeker van de Universiteit van Nijmegen heeft een nieuw veelzijdig lasertype ontwikkeld om de concentraties van allerlei gassen te kunnen meten. Om te laten zien hoe gevoelig het systeem is, heeft hij een blaastest afgenomen bij een mier.

Hij ving een mier in de tuin en stopte deze in een reageerbuisje. Door de gassen te meten die uit het buisje kwamen kon hij meten hoe vaak de mier ademde. Hij meette namelijk de kooldioxide die vrij komt als een dier of mens uitademt.

Mieren halen alleen niet op dezelfde manier als ons adem. Zij gebruiken tracheen, een soort buisjes in hun pantser waar zij lucht door halen. Zij hebben ook geen longen zoals wij. Ook vervoert hun bloed de zuurstof niet, maar de lucht gaat via buisjes naar de delen die het nodig hebben.

http://www.wildzoekers.nl/?pag=8&nid=102

Veel mensen denken dat kreeften rood zijn, omdat ze in restaurants en op menu kaarten er altijd zo uit zien. Echter zijn kreeften bruin of groen tot blauw-achtig of zwart. Een kreeft krijgt pas na het koken de rode kleur. Dit komt omdat door het koken het rode pigment asthaxanthine vrijkomt. Dit pigment wordt ook verwerkt in visvoer, omdat het de vis een gezonde rode kleur geeft. Aan het feit dat een kreeft rood is na het koken, is de uitdrukking zo rood als een kreeft te danken.

kreeft

Nog een misverstand over kreeften is dat ze gillen als ze levend gekookt worden. Dit is gewoon lucht die door de hitte uitzet en ontsnapt uit het pantser en heeft dus niets met schreeuwen te maken.

De zwaarste olifant ooit woog wel 12.000 kg. Dit was echter niet de grootste olifant. Deze Afrikaanse olifant woog maar 10.000 kg, maar was wel bijna 4 meter hoog.

Nog meer olifanten feiten:

  • De huid van de olifant is zo gevoelig, dat ze een vlieg kunnen voelen landen.
  • Olifanten gebruiken hun slurf niet om water te drinken. Ze zuigen het tot ongeveer de helft, als een rietje, en laten het dan in hun mond vallen.
  • De lage geluiden van olifanten kunnen door andere olifanten gehoord worden op afstanden van wel 8 kilometer.
  • Er wordt vaak gejaagd op olifanten voor hun slagtanden, terwijl deze slagtanden van hetzelfde materiaal zijn als onze eigen tanden.
  • De olifant is het grootste landdier. Hun zwangerschap duurt 22 maanden, wat ook het langste is van alle dieren.

olifant

  • Olifanten kunnen wel 70 jaar worden. Soms zelfs nog ouder. Ze staan ook bekend om hun goede geheugen, volgens onderzoekers zelfs even intelligent als bijv. dolfijnen.
  • De enige vijand van de olifant is de leeuw, die soms wel eens jagen op baby olifanten en soms zelfs op volwassenen.
  • In de slurf van de olifant zitten meer spieren dan in het hele menselijke lichaam. Olifanten kunnen met hun slurf bijv. boomstammen tillen of uit de grond trekken.
  • Olifanten eten meestal gras, bladeren en fruit. Ze eten ongeveer 100 a 200 kg. per dag en drinken rond de 100 liter water.
  • Olifanten zijn te zwaar om te springen. Door hun bouw zijn ze niet in staan hun poten diep genoeg t ebuigen om zichzelf van de grond los te duwen. Dat is maar goed ook, want met een gewicht van 3 tot 5 ton is de kans groot dat olifanten hun poten breken bij het landen. Hiermee is de olifant het enige dier dat niet kan springen.

Bronnen: http://www.sandiegozoo.org/animalbytes/t-elephant.html

http://en.wikipedia.org/wiki/Elephant

De giraffe (of giraf) is een opvallend zoogdier, met een zeer lange nek en lange en slanke poten. Het is het hoogste dier ter wereld: een volwassen giraffe kan een hoogte van rond de vijf meter bereiken.giraffe

 

  • De naam giraffe is volgens Sandor Marai afgeleid van Seraf (hoge engel).
  • Giraffen slapen slechts 30 minuten per dag.
  • Een giraf heeft een zwartmauve tong van ongeveer 40 cm lengte.
  • Geen enkele giraf heeft hetzelfde vlekjespatroon.
  • Giraffen eten liefst blaadjes van de Acaciaboom.
  • Giraffen (herbivoor) eten tot 60 Kg per dag
  • Een giraf kan met één enkele trap een leeuw doden
  • Het hart van een giraf weegt wel twaalf kilo.
  • Een giraf heeft enkel tanden onderin zijn bek.
  • Een Giraffenjong valt bij de geboorte gelijk twee meter naar beneden op de grond.
  • Giraffen zijn de eigenaar van een ontzettend hoge bloeddruk. Dit is noodzakelijk om hun hersenen van voldoende vers bloed te voorzien.
  • Giraffes zijn telgangers. Dit betekent dat hij beide poten aan één zijde tegelijkertijd optilt bij het lopen. Eerst zet hij de twee linkerpoten, dan de twee rechterpoten. Deze gang is vrij zeldzaam onder dieren. Hij kan zich op deze manier vrij snel uit de voeten maken: al galopperend kan een giraf een snelheid van 60 km per uur bereiken.
  • De giraffe is het meest kwetsbaar als hij drinkt. Als een giraffe drinkt uit een poel moet hij zijn voorpoten (die langer zijn dan zijn achterpoten) spreiden in een spagaat. Omdat een giraffe langer dan een maand zonder water kan, hoeft hij echter zelden te drinken. Ze zullen echter iedere drie dagen drinken als er water in de buurt is, en in de droge tijd zal hij zelden ver van een waterbron te vinden zijn.Bronnen:
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Giraffe_(dier)
    http://dier-en-natuur.infonu.nl/diversen/3252-leuke-dierenweetjes.html