De huid van de kikker is dun, vochtig en bevat veel bloedvaten. Kikkers drinken en halen adem door de huid. Ze slikken geen water door, alle water dat ze nodig hebben krijgen ze binnen door de huid. Alhoewel kikkers longen hebben zijn ze, vooral als ze onder water zijn, afhankelijk van de extra zuurstof die ze via de huid absorberen. Maar kikkers die in wat drogere gebieden leven gebruiken de longen weer meer.

Kikkers moeten hun huid vochtig houden, anders kan de zuurstof er niet gemakkelijk doorheen. De kikkerhuid heeft slijmklieren die daarbij helpen. Ondanks dat droogt de huid toch snel uit en dat is de reden waarom sommige soorten in de buurt van water blijven en andere soorten pas tegen de schemering op jacht gaan. Voor nood kan de kikker gebruik maken van de dauw of kan hij zich ingraven in vochtige grond. In Nederland hebben kikkers een periode dat ze 100% zuurstof door de huid opnemen, als ze lekker diep in de sloot tussen de modder zitten (het lichaam heeft dan weinig zuurstof nodig).

kikkers ademen door hun huid

Bron: www.kikkersite.nl/huid.php