Beethoven klaagde vaak over zijn spijsvertering. Later heeft men wel eens gesuggereerd dat Beethoven met zijn conflictueuze zielsleven aan een spastische darm heeft geleden, welke door psychische spanningen werd verergerd. Een leverkwaal (levercirrose), waarschijnlijk door overmatig drankgebruik, is tijdens de lijkschouwing, die door Beethoven nog voor zijn sterven bevolen werd, in ieder geval klinisch vastgesteld. Een voor de hand liggende oorzaak voor zijn doofheid kan otosclerose zijn geweest, een kwaal waarbij de gehoorbeentjes in het oor aan elkaar groeien en onbeweeglijk worden. Zekerheid zal waarschijnlijk nooit worden verkregen, want de gehoorbeentjes die tijdens de autopsie werden verwijderd, zijn sindsdien spoorloos.

In 1802 schreef hij zijn ‘Heiligenstädter Testament’, een testament voor zijn twee broers, Carl en Johann, waarin hij zijn wanhoop uitsprak over zijn toenemende doofheid. Hij schreef onder andere dat hij als doof musicus eigenlijk niet meer wilde leven, maar zich verplicht voelde toch in leven te blijven, om zodoende de wereld van zijn composities te laten genieten. Rond 1819 was Beethoven totaal doof.

Zijn lichamelijke ongemakken verhinderden hem echter niet om tot enkele dagen voor zijn dood te blijven componeren. Beethoven overleed op 26 maart 1827 in Wenen.

Bronnen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ludwig_van_Beethoven