Zomertijd (in België ook vaak zomeruur; internationale benaming Daylight Saving Time of DST) is de tijd die gedurende de zomermaanden wordt aangehouden door de klok een uur vooruit te zetten, dit wil zeggen de klok een uur voor te laten lopen op de standaardtijd (die in dit verband ook wel wintertijd genoemd wordt). Wintertijd is dus de standaardtijd, zomertijd is de afwijkende tijd.

In de Europese Unie loopt de zomertijd van de laatste zondag van maart tot de laatste zondag van oktober.

Net als de wintertijd heeft de zomertijd een afwijking ten opzichte van de zonnetijd. De grootte van die afwijking is afhankelijk van de plek waar men zich bevindt: in het meest oostelijke deel van het Nederlandse taalgebied Nieuweschans in Groningen) staat de zon ‘s middags om 13.31 u. (zomertijd) op haar hoogste punt terwijl dat in het meest westelijke deel van het Nederlandse taalgebied (De Panne in West-Vlaanderen) pas om 13.50 u. (zomertijd) het geval is.

Mensen worden een bepaald aantal uren na zonsopgang wakker. In de zomer komt de zon echter al zo vroeg op dat het al licht is terwijl de meeste mensen nog slapen. Door de klok te verzetten is het minder lang licht als mensen nog slapen, en blijft het ‘s avonds (als de mensen wakker zijn) juist langer licht. De gedachte achter zomertijd is dat men hierdoor zou kunnen bezuinigen op (elektrische) verlichting. Het energiebesparende effect van zomertijd is echter omstreden.

Ongeveer 70 landen kennen momenteel zomer- en wintertijd.

Geschiedenis
De eerste praktische toepassing van zomertijd was door de Duitse regering gedurende de Eerste Wereldoorlog, tussen 30 april 1916 en 1 oktober 1916. Kort daarop volgde ook het Verenigd Koninkrijk, voor het eerst van 21 mei 1916 tot 1 oktober 1916. Vervolgens voerde het Congres van de Verenigde Staten op 19 maart 1918 verschillende tijdzones in (die al sinds 1883 bij de spoorwegen in gebruik waren) en maakte de zomertijd officieel (in werking tredend op 31 maart) voor de rest van de Eerste Wereldoorlog. Het werd in 1918 en 1919 gedurende zeven maanden in acht genomen. De wet bleek echter zo onpopulair (hoofdzakelijk omdat men destijds meestal vroeger opstond en eerder naar bed ging dan tegenwoordig) dat deze werd afgeschaft.

Ook in de Tweede Wereldoorlog was de zomertijd in gebruik. In het Verenigd Koninkrijk kende men zelfs een dubbele zomer- en wintertijd.

De oliecrisis van 1973, die tot een golf van energiebesparende maatregelen leidde, was voor veel landen aanleiding om opnieuw de zomertijd in te voeren. Frankrijk deed dat als eerste Europees land in 1976. Veel West-Europese landen volgden het jaar daarop. West-Duitsland wachtte nog tot 1980, totdat hierover een afspraak met Oost-Duitsland was gemaakt.

Kritiek
In de veeteelt geeft de zomertijd problemen, omdat het vee met de kunstmatige omschakeling van het uur niet om kan gaan. Zo zullen koeien niet vroeger opstaan. Voorstanders beweren echter dat men van de zomertijd meer profijt dan schade heeft, waarbij men vooral energiereductie aanhaalt als voordeel. Tegenstanders trekken in twijfel of de lagere verlichtingskosten de hogere airconditioningskosten wel compenseren.

Een van de bezwaren van de zomertijd heeft te maken met de tijdzones. Loopt de klok in West-Europa normaal gesproken al voor op de zonnetijd, gedurende de zomertijd wordt dit nog een uur extra. Dit extra uur wordt door sommige mensen als te groot ervaren. Wellicht is dit bezwaar het verlengde van een ander veelgehoord bezwaar: het vergt elke keer een hele aanpassing in het dagritme van mensen om over te schakelen. Vooral kinderen, ouderen en avondmensen hebben hier last van, waardoor ze in de week na de aanpassing oververmoeid kunnen raken. In 2007 hebben wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen, in samenwerking met de Ludwig-Maximilians-Universiteit München, aangetoond dat de zomertijd een langdurig en behoorlijk groot effect heeft op de biologische klok van de mens. Ten grondslag aan dit onderzoek ligt een online vragenlijst over slaapgedrag die meer dan 50.000 mensen hebben ingevuld. De biologische klok heeft een vaste cyclus van ongeveer 24 uur en past zich in de zomerperiode niet aan. Daardoor slapen mensen in de zomermaanden minder en slechter. Het verstoorde slaap-waakritme verdwijnt pas weer na het beëindigen van de zomertijd.

zomertijd


Blauw = Gebieden die zomertijd kennen
Oranje = Gebieden die geen zomertijd meer kennen
Rood = Gebieden die nooit zomertijd hebben gekend

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zomertijd