Heel veel bekende Nederlandse spreekwoorden en gezegden vinden hun oorsprong in de scheepvaart. Hieronder zijn enkele van deze uitdrukkingen op een rijtje gezet, met uitleg over waar deze uitdrukkingen vandaan komen.

Te hard van stapel lopen

Als er een schip gebouwd werd stond dat schip op een stapel hout. Als het schip af was, liet men het schip van deze stapel glijden om te water gelaten te worden. Als dat onvoorzichtig ging, kon het schip beschadigd raken doordat het ‘te hard van stapel liep’.

Niet aan de bak komen

De bak was de plek op het schip waar het eten voor de bemanning opgeschept werd. Het was daar altijd dringen om ‘aan de bak te kunnen komen’ ofwel eten te krijgen.

Het schip in gaan

Zeereizen waren vroeger lang en gevaarlijk. Het betaalde weinig, alleen het uitschot voer mee, en velen stierven onderweg. Geen wonder dat mensen niet in de rij stonden om matroos te worden. Ronselaars probeerden mensen toch in de val te lokken. Dat deden ze door mensen bijvoorbeeld dronken te voeren en ze dan een contract te laten tekenen. Wie daar in trapte ging letterlijk ‘het schip in’.

Aan lager wal raken

Lagerwal slaat op de kant van het water waar de wind op dat moment naartoe waait. Een zeilschip dat aan die kant van het water ligt, komt daar moeilijk weg, aangezien de wind precies de andere richting op blaast. Dat schip is dan ‘aan lager wal geraakt’, het zit in een lastige positie.

Spijkers op laag water zoeken

Dit gezegde komt van oude scheepswerven. Als bij eb het water laag stond, zocht men soms naar spijkers die bij het werk overboord waren gevallen.

Bronnen: 


http://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/lijsten/spreekwoorden.html

http://www.isgeschiedenis.nl/historische-uitdrukkingen/oorsprong-van-te-hard-van-stapel-lopen/

http://www.csu.edu.au/faculty/arts/communication-creative-industries/research/batavia/research/notes/lifeonboard.html

Schilderij: Jacob van Strij, Het jacht van de kamer Rotterdam begroet een Oost-Indiëvaarder